Galerie Peter Leen homepage
september 2024 Sponsoring stichting 'Swim to Fight Cancer' 24 kleuren zeefdruk van Patty Harpenau, oplage 125 is te koop in de galerie. PL, september 2023 |
column december 2023 Overpeinzingen van 2023 Naarmate de jaren strijken, kom je achter wanneer je wat ouder wordt, telt er maar één ding en dat is dat je goed je in je lijf en kop zit, dat is onbetaalbaar. Er zijn ons ook dit jaar weer lieve mensen ontvallen, ‘the circle of life’… Het was een bewogen jaar. Vreselijk zo’n clichématig, te pas en te onpas, gebruikte uitdrukking. Dat de vervuiling en daardoor het veranderende klimaat probleem nummer 1 is, voor de mensheid wel te verstaan, is voor mij een feit. Wel zonde van al dat moois wat de mens gemaakt heeft. Alles wat zo zorgvuldig bewaard wordt in musea en collecties. Zoveel mooie muziek en verhalen door mensen gemaakt en bedacht. En dan begint het weer opnieuw. Echter zonder De Nachtwacht, geen symfonieën van Bach, niet meer te lezen de Jacobsladder van Maarten ’t Hart, geen frikandellen en bier meer kijkend naar de zoveelste overwinning van Max Verstappen, zonder Playboy, geen volksliederen. Geen sterren restaurants meer, al die moeite, erg jammer van de Sauvignon! Niet meer luisteren naar de stem van Norman Freeman. Hadden we dat op het laatste nippertje wel gedaan, wellicht dat… En dan zit ik hier op m’n veranda genietend in mijn nieuwe stoel, voor het huis dat we dit jaar weer een beetje mooier hebben gemaakt. Een klein briesje en 28 graden, luisterend en kijkend naar alle Thaise familieleden die hier de revue passeren. Oh ja, er moet weer gegeten worden. Nou ik pas een rondje. Het is net over twaalven en er is al twee keer gegeten. Straks naar de markt in een wat grotere plaats verderop. Eten en bier kopen voor vanavond én lampionnen voor rond twaalf uur vannacht. Die lampionnen oplaten is misschien wel leuker dan vuurwerk, op een andere manier spectaculair. Op naar 2024. Leef goed, werk hard, wees lief en heb lief. Het leven zo, is mooi…
PL, december 2023 |
column februari 2022 Tijd Het meest waardevolle wat je in je leven hebt is je tijd en je lijf. Het is zondagmiddag 1 februari en we vieren bij SameSame de verjaardag van m’n pa. Hij zou de volgende dag 80 worden. We zijn met de familie Leen bij elkaar, bijna compleet, met twintig koppen sterk. Het is uitermate gezellig en we zijn blij dat we weer met z’n allen bij elkaar zijn. Dat het ook weer kan. De lockdown was pas gedeeltelijk weer opgeheven. We gaan aan tafel. Heerlijk weer eens aan tafel in een restaurant. Gezellig, iedereen blij. Mijn zussen hadden een cadeau georganiseerd waar we met z’n allen aan hebben bijgedragen. Als eerstgeborene werd er aan mij gevraagd iets aan tafel te zeggen. Dat is voor mij normaliter niet een probleem maar dit keer had ik daar even niet op gerekend. De dagen erna spookte die ene zin steeds frequenter en hardnekkiger binnen rond mijn hersenen. Tien jaar is niks, dat is voordat je het weet overmorgen. Wat moet ik doen? Wat kan ik hiermee? Waar ik me steeds vaker van bewuster word is dat de tijd zo verrekte hard gaat. Is dat een cliché? Het zal best, maar wel verdomde waar. Jongelingen hebben nog tijd zat, voor hen duurt het nog een eeuwigheid. In de 40 ben je veel te druk met werk, gezin, rekeningen, dat verdomde geld! Maar wel keihard met m’n snoet op de feiten gedrukt. Over tien jaar…
PL, februari 2022
|
column januari 2022 Empatisch vermogen
Het empathisch vermogen van veel Medelanders vraagt in deze tijd van crisis blijkbaar te veel. Natuurlijk kan je er alles van vinden wat de overheid fout heeft gedaan vóór de corona-uitbraak. Zo makkelijk op daar nu op te ageren. Maar stond u op de barricaden toen het Slotervaart Ziekenhuis, vanwege mismanagement, gesloten werd. Heeft u geklaagd over de kleine salarissen in de zorg, onderwijs, politie of het minimumloon? Het privatiseren van verschillenden overheidstaken is zeker lang niet altijd de beste oplossing geweest. En over diezelfde overheid daar is nog veel meer te zeiken. PL, januari 2022 |
column februari 2021 Voorrang "Geef jongeren voorrang bij nieuwe vrijheden", aldus burgemeester Halsema van de meest liberale stad van Nederland. De stad waar een voorganger van een katholieke kerk op dit moment uit z’n ambt en huis wordt gezet omdat ie openlijk voor zijn homoseksuele geaardheid uitkomt. Hoezo de jongeren zijn zielig? Hoezo de jongeren eerst? Wat een gelul dat ze zich nu meer overgeven aan drank en drugs. Alsof ze niet genoeg losgingen op feesten en op de hangplekken blowden. Volgens mij zitten we in een situatie die inmiddels voor iedereen te lang duurt. Oké, mede door gedeeltelijk falend overheidsbeleid, maar wisten zij veel. Voor de meeste van hen is dit ook de eerste keer dat zij met dit bijltje hakken moeten. Weet je wie zielig zijn? De inwoners en ondernemers van Amsterdam.
PL, 12 februari 2021
|
column april 2019 Gevoel voor humor Ik ben om 15:00 uur in de zaak, ik heb wat later een afspraak met een meneer om een partij te bespreken. Mijn afspraak was gearriveerd en hebben ons gesprek aan de grote tafel in de galerie. Uit mijn ooghoek zie ik Gerda naar Teem toe lopen en haar nadrukkelijk hartelijk bedankt voor de late lunch. Dat ze hebben genoten en dat de rekening voor Peter was. Heerlijk, mensen met gevoel voor humor! PL, 12 april 2019 |
column juni 2017 Zoete schoonheid
PL, 25 juni 2017 |
column mei 2017 Lekker dan! Topzomer in Holland en het is pas mei. Als dit een voorbode is dan hebben we nog aardig wat te doen! Maar laat maar lekker gaan tot halverwege oktober, zou ik zo zeggen. Hemelvaartsdag, donderdag 25 mei, wat een mooie dag! Nou we hebben het geweten op het terras: van twaalf tot twaalf, volle bak! Dat was weer even wennen, alles in een andere versnelling, dubbele afstanden afleggen van het terras naar de keuken en vice versa. Wat waren we blij toen de versterking kwam om 16:00 uur. Wel weer heel gezellig op het terras. ’s Avonds bij het tellen der gelden, bleken we een topomzet te hebben! Zaterdagochtend, ik zit op de bank, het is net halfelf en kijk naar de herhaling van het nieuws van gisteren. Koffie en drie crackers met kaas, ik had net de tweede met zeer veel smaak op. Heerlijk even anderhalf uur relaxen voordat de heksenketel weer losbarst.
PL, 31 mei 2017 |
column april 2017 40 jaar later
De catalogus was weer dik, net als elke keer. Heel veel moois, vele wensen. Maar er was er één die de allermooiste was… een prachtige aquarel van een kunstenaar uit de vorige eeuw. Een strandtafereel, nee niet eentje met een ezeltje maar met mensen, dingen doend op het strand bij Scheveningen. Een plaatje! Herkomst weet ik niet meer maar wel de richtprijs; tussen de 8.000 en 12.000 gulden. Nu had ik wel wat gespaard, kinderen waren er nog niet, ik verdiende best, maar het was uiteindelijk wel een serieus bedrag…
Gisteren echter werd het rond 20:00 uur spannend. Ons restaurant zat ondanks de meivakantie nagenoeg vol maar ik moest achter de computer. Er zou een prachtige aquarel geveild worden die ik wel heel mooi vond. Er hadden zich enkele dagen geleden al enkele geïnteresseerden gemeld en door hen was het openingsbod reeds gezet. Ik had er verder weinig fiducie in dat het rond die prijs blijven zou. Veel te laag! Over twee dagen ben ik jarig. Paul feliciteert me, ook de pianist. We gaan weer aan de stamtafel zitten, Teem kijkt argwanend naar me, ik neem een flinke teug uit m’n glas.
PL, 23 april 2017 |
column februari 2012 Waar of niet waar?
Gisteren de uitzending gezien van Pauw & Witteman. Mijn eerste kunstwerk kocht ik in 1985 in De Ilp bij Lotte, één van de vrouwen van Anton Heyboer. Ik kwam er daarna eens in de twee/drie maanden. Geweldige sfeer, de verse etsen hingen toen te drogen aan waslijnen gespannen dwars door drie afgedankte autobussen van Centraal Nederland. 100 gulden voor een gewone afmeting, 250 voor een grote ets. Sinds het overlijden van Anton Heyboer ligt een aantal handelaren overhoop met de vrouwen Heyboer. De reden van hun trammelant weten ze zelf uiteraard het beste. Ergens in het midden zullen beide partijen wel gelijk hebben. Het zal wel om geld gaan en dat is nou net waar Heyboer zich verre van hield, tenminste voor de buitenwereld. Het is helaas waar dat er veel namaak werk van Heyboer in omloop is. Met name van het meest jonge werk: de kippen, danseressen en de terrastafeltjes lijken er veel van nagemaakt te zijn. Net als de werken van Brood, Corneille, Dali en Appel. Het gesteggel tussen de verschillende partijen, die allemaal menen de enige echte Heyboers te verkopen, leidt er toe dat de naam Heyboer besmet lijkt te raken. Doodzonde, voor één van de meest markante en oprechte kunstenaars die wij hebben gehad in de tweede helft van de vorige eeuw. Heel jammer!
PL, 15 februari 2012
column september 2011 Nieuwsgierig We staan in de lift en Teem, mijn vriendin, staat de post te sorteren die ze zojuist uit de brievenbus heeft gehaald. Een brief van de politie Amsterdam-Amstelland. In Breukelen vallen wij echter onder het district Vecht- en Plassengebied.
PL, 16 september 2011
column 1 september 2011 Eef Vandaag zit ik met een groot verwijt in mijn maag. Haar eerste tentoonstelling was in 1971 samen met Karel Appel en Tajiri. Wereldwijd zijn haar sierraden verkocht, gemaakt van onder andere peulvruchten. Samen met haar man kochten ze complete oogsten op om vervolgens de peulen te wassen, te prepareren en te vermaken tot schitterende halssieraden. Ze kwam in de galerie en bezocht me op beurzen, altijd met een warme lach, altijd positief over de kunstenaars die ik presenteerde. Toen ze mij niet meer bezocht en ik elke keer naar haar toe ging in Weesp verontschuldigde ze zichzelf daar over. Ik had niet, totaal niet in de gaten dat ze inmiddels gehinderd werd door de ongemakken van het ouder worden. Met andere woorden; zij was oud en ik niet. Ze restaureerde met gepaste tegenzin het abstracte beeld wat ik van haar heb. Van de tuintafel ‘gevallen’ en behoorlijk beschadigd. Ach, het zag er zo vreselijk zielig uit… Het spookte al een tijd door m’n hoofd en pas zei ik het nog tegen mijn vriendin: “We moeten binnenkort naar Eef.” Eef Krikke, 1924 - 2011 PL, 1 september 2011
column juli 2011 Grandeur de Paris Elk jaar breng ik een bezoek aan de bevriende kunstenaar Frans Schuursma, wonend in Parijs, op zijn schip. Liggend op een prachtige idyllische plek in de Seine, met uitzicht op de Tour d ’Eiffel. Hoe krijg je het voor elkaar?! Hoe romantischer kun je nog wonen? Zijn schip ligt aan de kade van de immens drukke Avenue de New York. Wil je deze oversteken maak je gebruik van de passagetunnel onder de weg door. Over de weg is een soort zelfmoord, voorbij racende Mercedessen en BMW’s doen wedstrijdjes ‘wie het eerste bij het volgende stoplicht is’: Place d’Alma, een druk circuit in hartje Parijs. Wanneer je vanuit de tunnel de straat in loopt, aan het eind de trappen op en dan rechts aan houdt dan kom je bij Palais de Tokyo waarin het Musée d’Art Moderne. Een museum met een prachtige collectie Franse impressionisten. Matisse, Bonnard, Léger, Vuillard, Picasso, noem maar op! Verschillende werken van Modigliani, ook niet de eerste de beste. En overal sta je met je neus bovenop! Toegang tot de vaste collectie is gratis, alleen voor de speciale tentoonstellingen moet betaald worden. Très jammèr! PL, Parijs 24 juli 2011
column juni 2011 'Vaderdag' Geen tekening, geen nieuwe sokken met print. Geen onaangekondigd bezoek, het is toch slechts twintig minuten rijden naar de galerie. Ze hebben hun rijbewijs, toch? Vandaag waren we met z’n allen op bezoek bij m’n moeder. Haar verjaardag, toevallig viel het samen met deze Vaderdag. Nota bene vraagt ze of we straks nog naar Wout (zo heet m’n vader) gaan. Dat zat niet in de planning. Hij is op dit moment op vakantie met zijn caravan ergens in het zuiden van Limburg, te verregenen. Ik heb ‘m gebeld. PL, Breukelen, 19 juni 2011
column 2 juni 2011 'Kunst van vandaag' Gisteren moest ik, gehuld in een warme trui terwijl de thermometer 25 graden aangaf, mezelf vermannend even vlug een boodschap doen. Een pak melk, brood, kipfilet, wasmiddel voor de bonte was en een Hollandse komkommer. Ondanks mijn grieperige gestel maakt die hysterie mij niet bang. Zoals je ziet, gewone dagelijkse boodschappen bij de AH. Maar… waarom was het zo druk? Niet alleen in de gangpaden maar ook bij de kassa. Dat heb je meestal bij kassa’s maar dat hebben ze in de regel wel goed onder controle bij deze vestiging van onze Calvinistische superboer. Het is ook niet voor niks één van de AH-pilots in het land. En eerlijk is eerlijk, ik doe mijn dagelijkse boodschappen over het algemeen hier. PL, Breukelen, 2 juni 2011
column februari 2011 “Aan jou…mijn geliefde Valentijn”
"Aan jou, Valentijn, schrijf ik deze kaart. Een lieve kaart voor dit moment. Om je te vertellen dat je een speciaal plekje hebt in mijn hart. Je bent nooit uit mijn gedachten, altijd dwaal je rond in mijn ziel. Je bent mijn zielsverwant, mijn soulmate. Dat wij elkaar nog niet zijn tegen gekomen maakt mij alleen maar sterker in het geloof dat jij bestaat. Je bent niet makkelijk te vinden. Dat kan ook niet, je bent namelijk uniek. Net als ik, net als ieder ander mens en op elk potje past een dekseltje, dus kijk ik naar je uit, verlang ik in mijn diepste dromen naar jouw huid, jouw geur, jouw aanraking, de samensmelting van onze zielen. Ik zal je herkennen waar je ook woont, welke kleur je ook draagt. Onze taal zal immers dezelfde zijn…"
PL, Breukelen 14 februari 2011
column december 2009 Ome Chris
Vanmorgen hoorde ik de pling vanuit mijn pc ten teken van een inkomende e-mail. Een bericht van Annie. Niks geen koosnaampje voor een vriendin, nee Annie heet zo. Annie is een klant van mijn galerie. Ik had haar enkele dagen geleden nog een mail gestuurd om haar te wijzen op de huidige expositie die ten einde liep. Van desbetreffende kunstenaar heeft Annie thuis twee werken hangen en ze was nog niet geweest. De strekking van de inkomende mail was totaal anders dan dat ik verwachtte. Bekendmaking van de oprichting van Stichting Ome Chris. Hè, dacht ik, is zij de dochter van Ome Chris? Nooit geweten. Ome Chris (OC) heb ik leren kennen in de antiekwinkel van mijn moeder, toen aan de Loswal in Breukelen. OC, een gezellige ouwe baas, lopend op houten klompen, begaan met de minder bedeelden in deze wereld. Hij woonde in dezelfde straat, een mix van Malle Pietje en Majoor Bosshardt. Vandaar dat hij en mijn moeder het zo goed met elkaar konden vinden. OC bleek een lokale beroemdheid te zijn wiens reputatie over ’s landsgrenzen heen reikte. Hij trok zich het lot aan van de minderbedeelden in onze wereld en was een weldoener voor lichamelijk en geestelijk gehandicapte kinderen in tehuizen. Hij organiseerde markten en inzamelingen waarvan de baten direct naar het desbetreffende tehuis ging. Hij hield niets voor zichzelf, een alternatieve Sinterklaas zou je kunnen zeggen. Op een dag, ik was bezig in de galerie komt ie binnen en wilt me een aluminium ladder verkopen. Ik vermoed dat hij ergens een partij op de kop getikt had en wilde deze voor één van zijn doelen te gelde maken. Ik wist echter echt niet waar ik die ladder moest opbergen, driedelig met een uitgeschoven lengte van rond de vier meter. Wel goedkoop, dat wel! In mijn galerie heb ik in 1996 een verkoop georganiseerd voor Ome Chris. Een litho van Jopie Huisman werd volgens de hoogste inschrijving verkocht. Arthur uit Amstelveen heeft het kunstwerk uiteindelijk gekocht. Ome Chris heb ik rond vijf uur van de markt geplukt om het geld te overhandigen en om dat moment vast te leggen op de foto voor in de VAR. In 1997 is Ome Chris overleden, van de één op de andere dag was hij uit het straatbeeld verdwenen. De Herenstraat was niet meer wat het was. OC was geen zonderling, geen gek mannetje dat in zijn eigen wereldje leefde. Nee OC was iemand van daden en niet van grote woorden, onbaatzuchtig. Hij was een held. En zoals het een held toekomt, is er nu een stichting in het leven geroepen die op andere modernere wijze zijn werk voortzet, een stichting die zijn naam draagt. Waar de stichting voor staat en wat zij doen kunt u lezen op de site van Stichting Ome Chris. Nu nog een bronzen standbeeld op de Brink!
PL, Breukelen 23 december 2009
column september 2009 'Gooise Vrouwen'
Zondagmiddag, half september en het is nog steeds prachtig weer. Dus Nederland trekt er massaal op uit om op deze laatste zomerdag nog ergens de zon binnen te halen. Alsof het morgen allemaal niet meer kan. Maar ja, het is nu eenmaal zo dat als ik werk de meeste mensen vrij zijn én dat wanneer men met z’n allen in de file staat op weg naar (weet Joost het?) ik m’n vrije dag heb. Er komt een jongen binnen, een jaar of dertien. Hij ziet mij niet, ik zit aan m’n bureau verscholen achter mijn pc te werken. Ik zie hem wel. Hij loopt regelrecht op een schilderij af waarop een wat mysterieuze dame staat afgebeeld met, en daar was het om te doen, een prachtig ontblote boezem. Een schilderij van Shany van den Berg. Ik schiet in de lach en de jongen zich bewust betrapt te zijn lacht gelukkig met me mee. Vlak achter hem aan komen zijn moeder, een iets oudere zus, opa en iets later is daar ook de vader, nadat hij eerst voorbij gelopen was. Ook moeder lacht nadat zij ziet waar de eerste interesse van haar zoon naar uit ging. Er wordt gekeken en met elkaar gepraat en ieder vindt het zijne. Er wordt gezamenlijk gekeken naar een groot schilderij van Bernard de Wolff en getracht het te ontleden. Ik besluit te helpen en kom achter mijn bureau vandaan. Ik vertel het één en ander over de voorstelling en de manier van schilderen van de kunstenaar. Dat het haast niet te begrijpen is hoe zo een schilderij ontstaan kan. Wanneer je jezelf verplaatst in de kunstenaar en op de plaats zou gaan staan waar hij gestaan zou hebben terwijl hij staat te schilderen begrijp je werkelijk niet hoe de schilder gezien moet hebben waar en wat hij moest schilderen. Ik ben nog niet klaar met bovenstaand college of de grootvader begint een verhaal over Anton Heyboer. Daar komt weer het bekende en bijna afgezaagde betoog over hoe het toch mogelijk is dat deze man, getrouwd met acht vrouwen, serieus genomen wordt. Opa kon natuurlijk niet weten van mijn voorliefde van juist die kunstenaar die hij zojuist aan het afbranden was. Maar als goed gastheer laat je de mensen hun verhaal doen en tegenwoordig knik ik dan maar wat mee. Totdat de vader van de clan ook een paar duiten in het zakje deed en ook iets vertelde over zeventiende eeuwse schilders die toch wel echt schilderen konden. Over een schilderij met druiven en een wesp die je zo goed kon zien zitten op één van die vruchten dat het haast wel echt leek te zijn. En dan stink ik er toch weer in hè, dan ga ik mijn held verdedigen. Leg ik uit dat het werk van Heyboer over de hele wereld door vele musea is aangekocht en dat hij kon etsen á la Rembrandt zo mooi. Tevergeefs echter! Ze komen uit Limburg, ergens tussen Nijmegen en Venlo. Volgens mij zit daar een aardige ruimte tussen, maar ik begrijp de richting. Het zijn aardige mensen overigens. Eerst een bezoek aan Breukelen, kijken of de gaarkeuken er nog staat. Daar had opa 44 jaar geleden voedsel genoten. Hij vertelde nog iets over een lepel en maakte daar ook de bewegingen bij maar het één en ander ontging mij ook omdat het Limburgs niet mijn sterkste kant is. Vervolgens zouden ze naar Oud Aa, net buiten Breukelen, daar zouden ook nog wat sporen uit de tijd van opa te vinden zijn. De moeder vraagt aan mij of ‘t Gooi hier dicht in de buurt is. Ik bevestig dit en vertel hun dat ze dan, mits in bezit van navigatie, het beste over Loosdrecht kunnen rijden. Het is prachtig weer dus valt er onderweg veel te zien. En daarna gaan ze naar Utrecht om ergens te eten. Waarop ik hun de tip geef, deze mensen komen bijna nooit boven de rivieren heb ik sterk het vermoeden, om naar Olivier te gaan, een tot grand café omgetoverde kerk, midden in het centrum. Spectaculair, vind ik. Wellicht teveel van het goede bedenk ik me later. Maar eerst gaan we naar ‘Het Gooi’. Een achttal ogen beginnen wat samenzweerderig te stralen, opa was met zijn gedachten nog in de gaarkeuken. Mijn vragende blik beantwoordend zegt ons moeder: “We willen de Gooise Vrouwen zien!”
PL Breukelen, 21 september 2009
column september 2009 'Fietsen is gezond'
Het is zondagmiddag 12.50 uur en ik rijd over de Kerkbrink richting de galerie. De Brink is, na een ingrijpende renovatie, inmiddels een gezellig plein geworden waar motorclubs hun pauzes houden en waar wandel- en fietsroutes beginnen c.q. eindigen. Het is een éénrichtingsweg voor het gemotoriseerde verkeer en men rijdt er niet harder dan stapvoets. Het weer is goddelijk en ik ben goedgemutst. Raampje open, elleboog naar buiten, kijkend naar het publiek op de terrassen. Horeca blijft kriebelen vooral in de zomer. Een man op een racefiets, in bijpassend gekleurd pak, fietst me tegemoet. Nu kan je op de Brink je auto rechts parkeren in de daarvoor bestemde vakken. Gratis, tenminste daar heb ik een gewoonte van gemaakt, die ene keer dat ik daar sta, waarschijnlijk om bloemen te kopen. Links, gelijk met de weg, het plein waar de mensen lopen, de terrassen uitgestald staan en al wat dies meer zij. Het racend fietspak komt naderbij en lijkt niet voornemens te zijn z’n thuis zorgvuldig uitgestippelde koers te wijzigen. Op koninginnedag heb ik ’s middags samen met vriend Ed een klein uurtje bij de Mijndense sluis gezeten. Een belevenis op zichzelf. Prachtig weer, biertje onder handbereik en kijken maar. Typisch Nederlands, zitten op een terras en kijken naar wat die mensen allemaal aan het doen zijn. Varen is ontspanning zou je als leek zeggen, maar het is echter klein leed. De boze blikken op die boten en het gescheld is niet van de lucht. Pleziervaart heet dat dan. Ik denk inmiddels; “Wat moet die vent op die fiets?” Rijdend in de file door de stad, vertelde René me nog niet zo lang geleden, passeerde hem een fietser op dito fiets die hem volluit in het gezicht spuwde. Onder het oog van andere automobilisten. Flatsh!!! Iets smeriger kan je je bijna niet voorstellen. Waarom? Joost zal het wel weten, waarschijnlijk reed zijn auto in de weg, dat wil zeggen de fietser kreeg geen ruim baan. René, geen kleine jongen, hield zich wonder boven wonder gedeisd. Totdat hij de fietser voor de tweede keer tegenkwam. Deze medeverkeersdeelnemer had zijn kookpunt reeds bereikt en maakte daardoor een stuurfout en dientengevolge kuste hij het plaveisel. Kop stuk, been open. Tja… Maar daar komt hij, het felgekleurde fietspak… gaat ie over mijn auto heen of wat doet hij? Rakelings passeert hij m’n auto. Zo verschrikkelijk scheldend en mij alle ellende van de wereld toewensend dat hij me meteen te pakken had. Voet op de rem, gordel los en de deur bijna open. Ik hoor zijn vrouw, in zijn kielzog fietsend, naar hem roepen; “Jan rijd door!” Ze klonk een beetje paniekerig, tenminste dat meende ik te horen. Ik was meteen weer bij mijn positieven. Wat zou ik trouwens gedaan hebben, vraag ik me af, wanneer ik inderdaad uitgestapt was. Ik ben 48 jaar en heb nog nooit met iemand gevochten. Ja, vroeger met m’n broer, maar daar zijn broers voor. En in dienst op oefening in Duitsland, dat was echter met losse flodders. In de auto, Teem geschrokken naast me, zit ik heerlijk te genieten, want Jan was toch maar hard doorgereden. Geval van EPO, wat een eikel!
PL Breukelen, 3 augustus 2009
column juli 2009 'Mooie boot' Kom zojuist aan bij de galerie. Ik ben net uit mijn auto gestapt en loop met de sleutel in de aanslag om de voordeur te openen. PL
column november 2008 'Geen Kunstwerk'
Mieke zit aan de bar, lang niet gezien. “Hoi Peter, hoe is het met je galerietje?” Ze is helemaal nooit bij me in de galerie geweest dus hoe kan zij überhaupt iets van de grootte van de galerie afweten? “M’n moeder is zo leuk aan het schilderen, ze krijgt veel waardering van mensen”. Ik zit aan de bar met een glas witte wijn en denk aan m’n meisie, Tim de nieuwe liefde in m’n leven. Mieke lult ondertussen een eind weg. Je mag wel eens naar de tandarts, denk ik. Vervolgens begint ze een verhaal over die tandarts en iets over stoppen met roken. Haar vriend komt binnen, uitgerookt. “Oh, dan ga ik nu roken”. Ik mis Tim. Heb zojuist een fantastische opening van mijn Heyboer expositie gehad. Veel mensen geweest, heel veel mensen. Honderdvijftig, tweehonderd? Ik heb geen idee. Om de glazen met wijn gevuld te krijgen was even topsport bedrijven. Wanneer het zó druk is wordt er meestal minder verkocht, maar ik mocht niet klagen. Er was een voordracht door acteur Dick van den Toorn, die enkele delen van zijn Heyboer voorstelling uit de Parade voordroeg. Heel bijzonder. Ik had zelf een verhaal over Heyboer wat goed overkwam en er was de veiling van een gouache van Heyboer die een uitstekend resultaat behaalde: 2300 euro voor de operatie van het meisje uit Malawi. Ik zit nu dus in de kroeg en heb niemand om het mee te delen en dat wil je toch na zo’n dag. Dat is nu net waar het allemaal om gaat. Wat doe ik hier? In de kroeg waar ik altijd zo graag kom. Het is 23.15 uur en ik zit te luisteren naar bullshit. De tv staat aan, er kijken een paar mensen naar de samenvatting van Ajax – PSV. “I love you”, zegt Mieke en kijkt verliefd naar d’r vriend. Waarom ook niet? Ik wilde dat ik nu aan de bar zat bij Tim, dan zou ik dat ook zeggen, met waarschijnlijk dezelfde blik in m’n ogen. Alleen niet zo dronken dan. Mieke en vriend gaan naar huis en ze fêteert me bij het weggaan op een zoen vol op de mond. “Ik wil hier weg!” denk ik. “Twee leidingwater en een rode Spa”, een wereldbestelling van één van de hockey scheidsrechters die hier op zondagavond altijd ‘vergaderen’. Ik bestel een toast met zalm. Door de opening van de expositie is eten er bij ingeschoten, dus ik had wel trek. Normaal gesproken kan je hier altijd laat eten maar nu was er topoverleg in de keuken. ??? Uiteindelijk kreeg ik een niet aangeklede toast met zalm. Ook zo smaakte het best maar het was geen kunstwerk.
PL Breukelen, 16-11 2008
column september 2008 ‘Crisis, what crisis?’
De titel van een prachtig album van Supertramp uit 1975. Deze LP moet nog ergens in een doos op zolder staan. Ben nog steeds van plan om m’n platenspeler weer aan te sluiten en m’n lp’s naar beneden te halen. Ben dan benieuwd hoe m’n kinderen reageren op die ‘ouwelullen muziek’, wellicht dat ze er wat uitpikken. Zo gaat dat toch? Maar even terug naar de aanhef. Ik word niet goed van de zogenaamde kenners, analisten, verbalisten, specialisten, beursgoeroes en wat dies meer zij. Wanneer ik hun moet geloven staan we op het punt failliet te gaan. En we is dan de westerse wereld. Van de week sprak zo’n beursman over het feit dat mensen met geld, met enkele miljoenen euro’s op de bank, dat die een waar probleem hebben. Want waar moeten zij met hun geld naar toe? Op de bank laten staan is inmiddels linke soep, hij zou wel eens om kunnen vallen. En dan raken die miljoenen zoek. Ik dacht dat ik van m’n stoel viel. Dit is de omgekeerde wereld. Geef mij zo’n probleem! Het ergste vind ik nog dat het elke dag op de televisie uitgezonden wordt. Ze moesten het verbieden die hysterie, deze bangmakerij. Ligt hier niet een mooie taak voor onze gewaardeerde minister-president? Laat ons kuifje televisie zendtijd opeisen en het volk op zijn gemoedelijke wijze tot rust manen. Wij Nederlanders zijn immers rechtgeaarde calvinisten, jongens van Jan de Wit. Houd toch op met die flauwekul over omgevallen banken en het balanceren van de financiële wereld op het randje van de afgrond. Dan doe je toch een stapje terug. Wij zijn toch het land van de VOC, de molens, waterkeringen, Rabobank, Calvé pindakaas, Daf, Rembrandt van Rijn en De Ruyter gestampte muisjes. Nou dan! Voor iedereen die bang is om zijn of haar spaarcenten te verliezen of niet meer weet waarin te investeren heb ik een geweldige oplossing; koop een goed schilderij of beeld, hang of zet het in je huis en geniet er van, elke dag opnieuw. Weet u niet zo goed wie of wat, ik kan u daar absoluut mee helpen om te beginnen met de nieuwe tentoonstelling van Vera Pouw, beginnend volgende week zondag.
PL, Breukelen 28-09-2008
column juni 2008 Heerlijke B
Paul Rubens, Picasso, Tiziano Vecellio, Paul Gauguin, Gustave Courbet, John Vanderlyn, Goya, Magritte, Manet, Botticelli, Bernard de Wolff, Annemarie de Groot, Corneille, Aat Veldhoen. Zomaar een willekeurig aantal namen van gerespecteerde kunstenaars van vandaag en uit vervlogen tijden. Ze moeten iets met elkaar gemeen hebben anders staan ze hier niet bij elkaar. Het rijtje kunstenaars, hier beperkt tot schilders, had overigens vele malen groter kunnen zijn. Sommige van deze kunstenaars kende/kennen elkaar, werk(t)en in dezelfde ateliers, waren/zijn met elkaar bevriend. Schilderijen van hen zijn opgenomen in vooraanstaande collecties en musea. Boeken staan er vol mee. Prachtige plaatjes met bevallige dames, picknickend in het bos. Adam die Eva een appel aanreikt. Een licht gekleurde dame gehuld in een rieten rokje op een tropisch eiland. Heerlijke afbeeldingen die zo de vakantiefolders in kunnen van Arke-reizen. Helemaal niets mis mee. Voor mij op mijn bureau ligt de Kunst- en Museumkrant. Op de cover een afbeelding van een schilderij van Adriaen van der Werff. “In een lommerrijk hoekje van een tuin laat een herderin zich door fluitspel verleiden. Door de porseleingladde huid van het paar en het geraffineerde spel met vlekjes zonlicht straalt de scène pure zinnelijkheid uit. Het schilderij, ‘De verliefde schaapsherder’ is het topstuk van de tentoonstelling in het Dordrechts Museum”, aldus de begeleidende tekst. Mooi schilderij, dunkt mij. Ook ik heb een lichte voorkeur voor ‘Naakten’. Ooit stond ik op een gerenommeerde kunstbeurs voor een schilderij van Isaac Israëls. Ik was zo geraakt door deze, mijn inziens Nederlands beste Impressionist, dat ik de tranen niet bedwingen kon. Dat was voor mij een bijzonder nieuwe ervaring welke ik later niet veel vaker ervaren heb (een beetje gekke zin maar u begrijpt wat ik bedoel). Waar wil ik heen. Niet naar het gemeentehuis van Huizen in elk geval. Want bovenstaande kunstenaars en hun meesterwerken zouden daar niet welkom zijn. Sterker nog; ze zouden verbannen worden. Op de brandstapel met ze! Deze kunstenaars, het zijn net mensen, hebben namelijk ontdekt dat vrouwenlijven zich ondermeer onderscheiden van die van de man door de aanwezigheid van een boezem. Borsten, u weet wel.
Oh, heerlijke boezem groot of klein Wat een genot schenkt u groot en klein Oh, heerlijke boezem groot of klein wat ben ik blij met uw bestaan
Uren zou ik er over kunnen praten, er naar kijken enzo. Niets mis met mij. Niet gek of zo. Nou daar denken ze dus bij het gemeentehuis van Huizen anders over. Borsten mogen daar niet, ze zijn daar niet welkom. Kunstenares Ellen Vroegh heeft dat aan den lijve ondervonden. Haar schilderij ‘Danseuses Exotiques’ moest worden verwijderd uit de hal van het gemeentehuis waar zij een kleine expositie had ingericht. Er waren namelijk enkele mensen die aanstoot hadden genomen aan de halfblote dames afgebeeld op het schilderij (geschilderd op de wijze zoals Corneille ook borsten schildert). Weten deze mensen wel dat de Seksuele Revolutie in Nederland al in de jaren 60 geslecht is. Beseffen die lui dat op dat gemeentehuis ook wel? Het gaat hier nota bene over een onschuldig schilderij, over een verre van provocerend kunstwerk. Wat bezielt hen? Nooit met het licht aan naar bed gegaan zeker! Mannen met baarden zijn in, vrouwen met borsten zijn uit. Is dit mijn Holland?
PL, Breukelen 19-06-2008
column mei 2008 Ton S en de ouwe rukker
Een rooie kop en mijn bureau een klein slagveld. Ik zit met m’n hoofd bijna in mijn computer. Het is lekker weer dus de deur staat open. Op de ezel voor het raam staat een schilderij van Jan Tinholt, een tafereel aan de Vecht, 60 x 80 cm. Ondanks mijn concentratie zie ik hem buiten staan. Grote kerel, semi-sportfiets die hij parkeert voor het schilderij aan de andere kant van het raam. Hij komt binnen, doet zes stappen, maakt een pirouette een balletdanser waardig, en zegt in de draai; “Je moet eens naar mijn schilderijen komen kijken. Dat heb ik als eens eerder gezegd maar je bent nog niet geweest”. Uit z’n draai loopt hij weer richting de deur waar hij net twintig seconden eerder door naar binnen was gekomen. Wijzend op de schilderijen, hangend bij de trap, zegt ie nog; “Dat zijn namaak schilderijen van die Schulten uit Limburg”. Vanwege de concentratie en omdat het werk betrof van Niels, waar ik net een geweldige expositie mee heb afgesloten, vloog ik als een veer achter mijn bureau vandaan en sprong als het ware op de man af. Kom niet aan mijn Niels, hè. Hij was nog niet klaar want ook het schilderij op de ezel werd van commentaar voorzien. “Dit lijkt op werk van die Utrechtse kunstenaar, hoe heet ie ook al weer? Maar die schildert altijd veel kleiner”. Nou heeft Jan Tinholt ook wel klein geschilderd maar dit was voor zijn doen echt niet buitensporig groot. Jan woont nu weliswaar in Nijmegen maar heeft altijd in Utrecht gewoond en gewerkt. Ik opper dus de naam van de kunstenaar maar er ging geen belletje bij hem rinkelen. Hij kijkt nog een keer en heeft meteen wat te melken over de prijs. “Ja”, zegt ie, “tuurlijk vragen ze daar tegenwoordig gewoon maar 3.000 euro voor. Bij mij kosten ze de helft”. “U schildert zelf?” is mijn vraag. “Al vijfentwintig jaar, en mijn vader ook. Ik kom uit een schildersgeslacht van meer dan zeven honderd jaar oud”. Bij mij zat die eerste opmerking van de namaak schilderijen echter nog steeds dwars, dus ik vraag hem er naar. Buiten hangt een grote houten lijst met daarin een poster met een afbeelding van een schilderij van Niels Schouten aan de muur. Nota bene het schilderij wat afgelopen expositie meteen verkocht werd. Meneer de schilder wijst erop en zegt; “Kijk die vlakken, dat licht, dat is van Ton Schulten uit Ootmarsum”. Had ik het toch goed begrepen en dus niet ene Schulten uit Limburg maar dé Ton Schulten. “Nou meneer, die Ton Schulten van u, die mocht willen dat ie dit kon”, was mijn zeer verbeten verdediging. Of eigenlijk was ik helemaal in the mood voor de aanval! “Het is natuurlijk uw vak” ging hij verder zonder zich ook maar van iets bewust te zijn, “maar ik schilder al 25 jaar dus ik weet het echt wel”. “Ton Schulten kan niet eens in de schaduw staan van deze kunstenaar”, zei ik. De aanval was nu ingezet, komt u maar! Waar hij het vandaan haalde, ik weet het niet, maar hij pareerde het volgende; “Ook die Jeroen Krabbé, met z’n tentoonstelling in Zwolle. Dat verkoopt maar; 10.000 euro’s voor die zooi van die ouwe rukker. Heb je die film in de bioscoop destijds dan niet gezien, die Krabbé samen met die vieze kerels?” Dit was zo onverwachts en komisch dat ik er wel om lachen moest. Aanval afgewend. Vond ik eigenlijk wel zo fijn. Maar wat moest ik hier nou mee? Het ging mij niet om Ton Schulten of Jeroen Krabbé. Ieder het zijne. Ik twijfelde. Ik vroeg hem dus of zijn schilderijen op het Internet te zien zijn. Dat was niet het geval want daar kost alles 150 euro, of iets dergelijks. Of er dan niet een website is waar ik zijn schilderijen kon zien? Ook niet, dat was niets voor hem. Natuurlijk had hij ook geen afbeeldingen bij zich. Of hij dan niet exposeerde? was mijn laatste vraag. “Ik heb al dertig jaar geen auto en dan moet ik gaan leuren bij andere mensen en die willen daarvoor ook weer wat hebben. Vroeger betaalde ik wel eens met schilderijtjes maar dat doe ik niet meer. Al dat geleur, daar heb ik geen zin meer in”. Iemand glipt achter mij langs de galerie binnen waarop de grote kunstkenner tegen mij zegt dat ik maar naar binnen moet omdat ik een klant binnen heb. Hij stapt op zijn fiets en zegt; “Nou ajuus, ik kom nog wel eens langs”.
Dit alles speelde zich af in een tijdsbestek van een minuut of tien. Ik was een soort van murw geslagen. Geen idee wie hij is. Dit moest ik even op mij laten indringen. Het ging zo snel en met zoveel informatie tegelijk. Ik schiet in de lach en bedenk dat ik hem dankbaar ben. Mooi onderwerp voor m’n volgende column. Wat die klant betreft had hij gelijk. De desbetreffende bezoeker was nog geen klant maar sinds die dag wel. Hij kocht een portretje door Ellis Tertoolen geschilderd en betaalde ter plekke. Ik voelde me rijk. Geld in de pocket en een nieuwe column in het hoofd.
PL, Breukelen 02-05-2008
column april 2008 Rembrandt en de Stier van Potter Zondagmiddag, 13 april, het is lekker weer en ik zit in de galerie in Wijk bij Duurstede. Gelukkig viel het tweetal in de galerie, weer naar de echte kunst kijkend, me troostend bij. PL
column maart 2008 Krankzinnig
Wat wonen we soms toch in een krankzinnig land. Ik zit achter m’n pc te werken en zie dat het sneeuwt!@#$%^&&**(! Het is al 22 maart, ’t is bijna een goeie 1 april grap. Ik moet meteen denken aan het schilderij ‘Snow in April’ gemaakt door Anna Verrijt. Het sneeuwde in april toen ze dat schilderij maakte. Jammer dat ik het zelf niet gekocht heb. Geweldig schilderij. Maar ja, the show must go on!
Krankzinnig land, waar een minister-president zich al een tijd druk maakt over een film die nog komen moet maar welke nog door niemand gezien is. Of de heisa die ontstond toen er kamervragen werden gesteld over een antieke seksfilm die op de tv uitgezonden zou worden. Geef mij ook zo’n reclame!
Krankzinnig land, waar ik van de week iemand op de radio hoorde vertellen over de rente die door de banken één dag te lang wordt achtergehouden. Dat mocht toch niet gebeuren want “geld is emotie” zegt de man. En ik maar prediken dat kunst kijken en een goed glas wijn emoties bij de mensen losmaken.
Krankzinnig land, waar het wordt geregeld dat je geen seks meer mag hebben met dieren. Zeg maar dag tegen je tortelduifjes. Ondertussen sneeuwt het nog steeds, krankzinnig!
Krankzinnig land, waar je ’s avonds niet over de A2 vanuit Amstelveen naar Breukelen kan komen omdat de file al begint bij de afslag Holendrecht. Om gek van te worden. Mis ik dus wel een fantastische maaltijd bij klanten van me waar ik een schilderij moest brengen. Vanavond is de herkansing, maar of er dan ook gekookt is moet ik dan maar afwachten.
Om krankzinnig van te worden, het beleid van die ene stichting die bepaald of je als galerie wel of niet in aanmerking komt voor de door de overheid gesubsidieerde kunstkoop regeling. Dat was ook de mening van een collega uit het oosten des land die onlangs samen met een zakenrelatie een nieuwe regeling op touw heeft gezet waarbij wij, door diezelfde stichting gefrustreerde galeries, ons massaal hebben aangesloten. Welkom bent u, potentieel kunstkoper, om van deze Nationale Kunst Koop gebruik te maken. Koop nu maar dat ene schilderij welke u zo prachtig vindt en bij die andere galerie dat beeld dat u in gedachte al tien keer gekocht hebt. Leuker kunnen ook wij het niet makken, gemakkelijker wel! U blij, de kunstenaars, de galeries, de bank, allemaal blij. O heerlijk blij land, wat ben ik toch krankzinnig happy dat ik hier woon.
PL Breukelen, 22 maart 2008
column november 2007 Geachte minister van landbouw, milieu en het departement ‘zwijnen afschieten’. In maart jl. informeerde ik u reeds over het loslopende zwijn in het centrum van ons pittoreske Vechtdorp Breukelen. Mede dankzij enige aandacht van de media kreeg ik het plezierige vermoeden dat het zwijn ons de rug had toegekeerd. Wellicht uit schaamte of uit vrees voor jagers, dat is mij onbekend.
column maart 2007 ‘Zwijnen’ Heuse sporen van zwijnen zijn er gesignaleerd in Breukelen en wel in de Herenstraat aan de Loswal! Wij Nederlanders houden van dieren en zijn zeer met hen begaan. Dat bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren voor het eerst in de kamer plaats mag nemen is bekend. Zij maken zich druk om het wel en wee van de dieren en beesten in onze gemeenschap. Er zijn mensen die vinden dit een prachtig streven. Hebben de dieren nu net als wij mensen rechten? En zo ja, hoe zit het dan met de plichten?! Zijn zij verantwoording schuldig aan hun ‘baasjes’ en/of eigenaars en zijn diezelfde mensen dan verantwoordelijk voor het gedrag van hun viervoeters, hun maatjes? In het eerste geval blijf ik het antwoord schuldig. In het andere geval lijkt mij het antwoord duidelijk. Wellicht dat het volgende duidelijkheid brengt. Heel lang geleden (een dag of drie) was er eens een zwijn. Na een nacht stevig geslapen te hebben en het ontbijt achter de kaken werd ons zwijn geplaagd door een rommelend gewoel in zijn buik. Het kon niet de chronische honger zijn, het zwijn had immers net ontbeten. Nee, het zat lager. Iets in zijn directe omgeving gaf hem aanleiding om de stoute schoenen aan te trekken en er op uit te gaan. Eigenlijk met tegenzin, het was nu niet bepaald geweldig weer voor een ommetje. Maar het was beter dat hij ging. Zijn vertrouwde loopje deed hij plichtsgetrouw. De Herenstraat, het is weliswaar geen bos waar hij lekker z’n gang kan gaan zonder zich van iemand iets aan te trekken, is voor hem bekend terrein. Hij telt de stoeptegels, weet waar de trottoirband loopt, kent de lantaarnpalen, sommige zelfs bij naam. Het hekje bij de wijnwinkel is nog een beetje wennen maar dan komt al gauw de brocantewinkel, daarna het schildersbedrijf en dan… ja daar voor de deur van de galerie blijft het zwijn staan. Vol verbazing kijkt hij op, “oei, wat reed die auto hard”! Dat hij voor de ingang van de galerie staat, een plek waar kunstenaars hun werk exposeren, dat weet ons zwijntje niet. Heeft er geen idee van zelfs. Hij staat daar maar. Hij is echter niet alleen. Net op het moment dat hij zich naar zijn metgezel omdraait, ziet hij dat zijn hond alweer klaar is. Klaar met schijten op het midden van de stoep! ‘Oh, wat een lekker plekje’. Ietwat geïrriteerd door het oponthoud sjokt het zwijn weer verder de Herenstraat in, het hoofd verborgen in z’n vette kraag. In zijn kielzog volgt zijn trouwe hond.
PL Breukelen, 1 maart 2007 |
Galerie Peter Leen homepage